De automotivesector staat voor ingrijpende veranderingen en hoewel politici en andere partijen die er belang bij hebben het vaak doen lijken alsof we op een duurzame toekomst afstevenen, de werkelijkheid zit toch wel iets anders in elkaar.
Tussen nu en 2035 zullen autobezitters te maken krijgen met een reeks nieuwe uitdagingen die helemaal niet zo positief zijn als vaak wordt geschetst. Van problemen met elektrische auto’s tot belastinginvoering, toenemende kosten en falende technologieën, de realiteit is veel minder rooskleurig dan beloofd.
Een realistische blik op de toekomst
Elektrische auto’s worden vaak gepresenteerd als het antwoord op alle milieuproblemen, maar er zit natuurlijk ook een donkere kant aan deze zogenaamde “groene” voertuigen. De productie van de batterijen van elektrische auto’s is namelijk allesbehalve milieuvriendelijk. Het winnen van grondstoffen zoals kobalt, lithium en nikkel vereist zware mijnbouwactiviteiten die grote ecologische schade aanrichten. Bovendien gaat dit vaak gepaard met kinderarbeid en slechte arbeidsomstandigheden, met name in landen als de Democratische Republiek Congo, waar veel van het benodigde kobalt vandaan komt.
Partijen die baat hebben bij de zogenaamde energietransitie doen er natuurlijk alles aan om uit te leggen dat EV’s echt geweldig zijn. Maar hoewel elektrische auto’s tijdens het rijden misschien geen uitstoot produceren is hun productie wel zwaar vervuilend. De CO2-uitstoot van het produceren van een EV, vooral de batterij, ligt zelfs hoger dan die van traditionele brandstofauto’s. Het idee dat EV’s volledig ‘groen’ zijn, is dus een mythe.
Daarbovenop komen ethische vraagstukken rond de omstandigheden waaronder deze grondstoffen worden gewonnen, waarbij mensenlevens en mensenrechten op het spel staan. Dit is een aspect wat door de energietransitielobby, waaronder de media die worden gefinancierd door de overheid, zelden of nooit wordt belicht.
Hoewel politici beloven dat de laadinfrastructuur in Nederland snel zal meegroeien met de stijgende vraag naar elektrische voertuigen, laat de werkelijkheid zien dat dit niet altijd even soepel verloopt. In sommige gevallen is er zelfs sprake van een afname van het aantal laadpunten door het intrekken van concessies, kostenoverwegingen, lokale regelgeving of gewoon te weinig animo van gebruikers.
In steden is het moeilijk om een eigen laadpaal te installeren waardoor mensen afhankelijk blijven van openbare laadpunten en die zijn zeker niet altijd betrouwbaar of beschikbaar. Technische storingen komen daarbij vaker voor dan wordt toegegeven. Dit alles zorgt ervoor dat de overstap naar elektrisch rijden minder vanzelfsprekend is dan vaak wordt voorgesteld.
Hybride auto’s als alternatief
Hybride auto’s worden gepromoot als een ideale tussenoplossing voor mensen die nog niet volledig elektrisch willen of kunnen rijden. Toch blijken hybride motoren in de praktijk vaak veel minder betrouwbaar dan gehoopt. De combinatie van een verbrandingsmotor en een elektromotor zorgt voor een complexer aandrijfsysteem dat vaker onderhoud nodig heeft en sneller stuk gaat dan bijvoorbeeld een conventionele benzine of diesel auto.
Autobezitters die overstappen op hybride technologie in de hoop op een zuiniger en milieuvriendelijker voertuig komen soms van een koude kermis thuis. Zo zijn er tal van voorbeelden van hybrideauto’s die al na amper zeventigduizend kilometer de geest geven omdat de vaak te kleine brandstofmotor te zwaar is belast. En zo is er nog een waslijst aan nadelen met betrekking tot een hybrideauto.
Zelfrijdende auto’s
Er is al jarenlang sprake van grote verwachtingen rondom zelfrijdende auto’s. De belofte dat autonome voertuigen het verkeer veiliger, efficiënter en gemakkelijker zouden maken lijkt nog heel ver weg. Technologische obstakels, veiligheidstesten en een gebrek aan wet- en regelgeving zorgen ervoor dat de ontwikkeling van volledig zelfrijdende auto’s vrijwel stil is komen te staan.
Hoewel steeds meer auto’s zijn uitgerust met slimme rijhulpsystemen blijft de droom van volledig autonome voertuigen voorlopig buiten bereik. Dit betekent dat de beloofde voordelen, zoals lagere verzekeringspremies en minder verkeersongelukken, voorlopig niet zullen worden waargemaakt. Tesla presenteerde weliswaar onlangs o.a. de zelfrijdende taxi, maar in de proefgebieden waar soortgelijke voertuigen worden ingezet zijn de ongelukken niet meer te tellen en worden ze na invoering meestal snel weer buiten gebruik gesteld.
Auto’s op fossiele brandstoffen
Voor autobezitters die nog rijden op fossiele brandstoffen wordt de toekomst ondertussen steeds minder rooskleurig. Ook de nieuwe regering onder leiding van de PVV zet, ondanks hun beloftes van voor de verkiezingen om dit niet te doen, hard in op het terugdringen van CO2-uitstoot en dat heeft directe gevolgen voor bezitters van benzine- en dieselauto’s.
Accijnzen en belastingen blijven stijgen en er worden steeds meer milieuzones ingevoerd waar zogenaamde vervuilende voertuigen worden geweerd. Voor particuliere autobezitters en kleine ondernemers is dit een enorm groot probleem. Dit leidt tot een vicieuze cirkel van hoge brandstofkosten, hogere belastingen en beperkte toegang tot bepaalde gebieden en zelfs tot faillissementen van ondernemers.
De transitie naar schone energie treft hierdoor vooral de hard werkende man en de lagere inkomensgroepen die nauwelijks kunnen profiteren van de zogenaamde voordelen van elektrisch rijden, maar wel geconfronteerd worden met de negatieve gevolgen van beleid gericht op de veronderstelde uitstootreductie.
Negatieve invloed op de economie
De energietransitie heeft natuurlijk ook een aanzienlijke invloed op de economie, met name op de Europese auto-industrie. Veel Europese autofabrikanten zijn lange tijd afhankelijk geweest van de productie van voertuigen met verbrandingsmotoren. De verplichte overstap naar elektrische voertuigen brengt aanzienlijke investeringen en herstructureringen met zich mee. Dit betekent dat de hele automotiveindustrie moeite heeft om zich aan te passen aan de snelle veranderingen.
Sommige bedrijven worden daardoor gedwongen te sluiten, wat leidt tot banenverlies en economische instabiliteit, vooral in landen waar de auto-industrie een belangrijke economische pijler is, zoals Duitsland en Frankrijk. De Duitse overheid spendeert inmiddels heel veel belastinggeld om de grote fabrikanten in leven te houden om zodoende massaontslagen te voorkomen en de economische schade te beperken.
Intussen blijft de Europese industrie geconfronteerd met toenemende concurrentie vanuit Azië, waar China vooroploopt in de productie van goedkope elektrische voertuigen. Dit zet extra druk op Europese fabrikanten die nu zowel technologisch als financieel terrein moeten goedmaken. Deze ontwikkelingen zullen uiteindelijk leiden tot een verlies van Europese marktdominantie, veel banen en een verhoogde afhankelijkheid van buitenlandse technologie en grondstoffen.
Belastingdruk
Elektrische voertuigen zijn momenteel vrijgesteld van wegenbelasting, maar dat gaat veranderen. Vanaf 2025 zullen EV-rijders stapsgewijs wegenbelasting moeten betalen. Dit betekent dat de kostenvoordelen van elektrisch rijden spoedig zullen verdwijnen.
Ook is er nog een vaak vergeten probleem met elektrische auto’s: hun gewicht. Doordat de batterijen van EV’s veel zwaarder zijn dan traditionele verbrandingsmotoren, veroorzaken ze meer slijtage aan het wegdek. Dit leidt tot hogere wegenbelasting en onderhoudskosten voor de infrastructuur, kosten die uiteindelijk door de overheid aan de belastingbetaler zullen worden doorberekend. Daarbij blijven veel steden niet toegankelijk voor EV’s omdat de aslast in vooral veel oude steden te laag is waardoor ook EV’s alsnog de stad niet in mogen.
Tot slot
De toekomst van het particuliere autobezit ziet er objectief gezien dus allesbehalve probleemloos uit. De overstap naar elektrische voertuigen en strengere milieuwetgeving lijkt op papier een positieve stap richting duurzaamheid, maar voor de autobezitters betekent het vooral hogere kosten, onbetrouwbare technologieën en een beperking van vrijheid.
Veel mensen blijven intussen ontkennen en motiveren dit door te stellen dat de consequenties voor het klimaat enorm zullen zijn. Zij baseren dit evenwel op onderzoeken die niet onomstotelijk aantonen dan de mensen de (hoofd)oorzaak zijn van het veranderende klimaat. Ondertussen vinden zij het wel gerechtvaardigd om via allerlei maatregelen onze vrijheid in te perken en de economie te ontwrichten.
Maar de vraag is niet of deze veranderingen zullen komen maar hoe snel ze zullen doorwerken in het dagelijks leven van de autobezitter, ook al heeft de gemiddelde autobezitter daar misschien helemaal niet voor gekozen.